out, proud en mijnwerker

Deze week gaat ‘Pride’ in premiere, het waar gebeurde verhaal van het verbond dat Engelse homoactivisten en stakende mijnwerkers in de eerste helft van de jaren tachtig met elkaar sloten. De eerste recensies maken herinneringen wakker aan een ontmoeting met de activisten.

Het was inmiddels twee jaar nadat de mijnwerkersstaking op niets was uitgelopen. De Iron Lady hield vast aan haar voornemen de sector een genadeslag toe te brengen. Van Arthur Scargill, de stakingsleider, hoorde je nooit meer wat.

In een vergaderzaaltje van de CPN vond een ontmoeting plaats tussen homoseksuele communisten uit verschillende Europese landen. Lang had in de partij op het onderwerp een taboe gerust. Met de vernieuwing gingen alle remmen los. Het ene na het andere bestuurslid viel van zijn of haar heteroseksuele geloof. Van de drie Kamerleden die de CPN nog afvaardigde was er 1 lesbisch. De partij kende verschillende homogroepen, die van de dames werd treffend ‘Compote’ genoemd. Nu de begeerte ons eindelijk had aangeraakt, deden we alsof de CPN de homobevrijding min of meer had uitgevonden. Deze hoogmoed kwam voor de val maar het was een heerlijke tijd.

Ik herinner me die vijf jongens uit het Verenigd Koninkrijk nog goed. De kleinste heette Mark en voerde het gezelschap aan. Een van zijn kameraden sprak met de spreekwoordelijke aardappel in zijn keel en vertoonde een opmerkelijke gelijkenis met Oscar Wilde. Een derde was rossig en droeg een ziekenfondsbrilletje. Hij leek me leukste van het stel.

Ademloos luisterden we naar de verhalen over hun tocht naar het zuiden van Wales, waar de mijnwerkersstrijd zich toen concentreerde. Hoe ze contacten hadden gelegd in rokerige pubs en kantines zonder van hun seksuele voorkeur een geheim te maken. Integendeel, ze waren ‘out’ en ‘proud’. Hoe ze folderden en voedselpakketten uitdeelden en meeliepen in demonstraties. Uiteindelijk wonnen ze het vertrouwen van de mijnwerkers. Het kon niet voorkomen dat de slag werd verloren maar ik denk dat de strijd voor gelijke rechten van homo’s en lesbo’s er in die dagen flink wat sympathisanten bijkreeg.

Die aanpak was ook de sleutel tot het succes dat de Zuid-Afrikaanse homobeweging in de jaren negentig boekte. Omdat verschillende homoactivisten deelnamen aan de strijd tegen de apartheid, voelden de leiders van de bevrijdingsbeweging zich verplicht hun homoseksuele kameraden niet te laten vallen toen het erop aankwam een grondwet op te stellen die alle Zuid-Afrikanen gelijkheid garandeerde.

In NRC Handelsblad vandaag veel aandacht voor ‘Pride’. De film krijgt vier sterren maar er klinkt bitterheid door in de constatering van de recensent dat de homoscene in de jaren negentig een ruk naar rechts heeft gemaakt. ‘Solidariteit’, zo schrijft hij, ‘klinkt nu oubollig’. Ik weet niet of de acties van de activisten toen zoveel weerklank vonden binnen de homogemeenschap. In Nederland was Henk Krol al lang aan zijn opmars begonnen.

Solidariteit, ik vind het wel een fijn woord. Wie weet brengt het door scenarist Stephen Beresford opgedolven verhaal nog eens iemand op een idee.