mandela en ‘onze’ excuses aan indonesie


Een indrukwekkend interview in de Volkskrant met Goenawan en Kartomo Mohamad, zonen van een door het Nederlandse koloniale leger doodgeschoten Indonesische communist. De aanleiding voor het interview dat correspondent Michel Maas met hen had, zijn de excuses die de Nederlandse ambassadeur vandaag voor het koloniale schrikbewind aanbood. De Mohamad’s willen er niks van weten.
Goenawan en Kartomo herinneren zich de juli-dagen van 1947 nog goed; vergeten details van de een worden aangevuld door de ander. Na vier jaar ballingschap in het toenmalige Digoel op Nieuw-Guinea hervatte hun vader zijn politieke activiteiten. Op een nacht kwamen de Nederlandse soldaten met een machinegeweer. Ze arresteerden de vader en kwamen na enige dagen weer terug om zijn huis te doorzoeken. In de nacht na de zoektocht werd Mohamad naar een rijstveld gebracht en standrechtelijk geexecuteerd.
De zonen voelen geen haat tegen ‘de’ Nederlanders. In al hun woorden klinkt het gedachtengoed van Mandela door. Of liet Mandela zich inspireren door de anti-koloniale erfenis van de nagenoeg uitgeroeide communistische partij van Indonesie? Goenawan zegt: ‘Er zijn zoveel verschillende Nederlanders, en er zijn ook telkens weer nieuwe. Welke Nederlanders maken nu excuses, en voor wat?’ En dan: ‘Mijn vader had het nooit over etniciteit. Hij zag zichzelf niet alleen als een Javaan of Indonesier, hij zag zichzelf als marxist, en dat was het. (…) Hij vocht niet tegen ‘de’ Nederlanders, hij vocht tegen een systeem’.


wie redt de asielzoekers van de actievoerders?

Een verbijsterend stuk in NRC Handelsblad van woensdag 4 september: ‘De helpers van de Vluchtflat zijn moe.’ Het verhaal reconstrueert de geschiedenis van wat eerst een tentenkamp, vervolgens een kerk en nu een flat van mensen zonder geldige documenten (‘illegalen’) is. Gestrand tussen de wal en het schip, in Nederland uitgeprocedeerd maar niet welkom in het eigen land.
De krant beschrijft hoe zich aanvankelijk van alle kanten steun aandiende voor deze, vooral uit Afrika afkomstige, mensen. Leden van islamitische organisaties, de christelijke diakonie, van radicale krakersgroepen, de Internationale Socialisten en de anarchisten van No Border. Er is inmiddels nog een handjevol van over. De godsvruchtigen werd verweten ‘op paternalistische wijze de asielzoekers alles uit handen’ te nemen. Een vertegenwoordiger van de christelijke Diakonie erkent in het stuk dat de asielzoekers in de loop der maanden ‘steeds afhankelijker werden van de steungroep’. Maar zij verwijten de radicale actievoerders te dromen van asielzoekers die er ‘minder weldoorvoed’ uit zouden zien. ‘Er moesten beelden zijn van graatmagere Afrikanen’.
Een woordvoerder van de actievoerders erkent dat er mensen waren die daarvoor wilden kiezen en die ‘het etaleren van ellende’ propageerden. ‘Hadden de actievoerders liever gezien dat er een asielzoeker was doodgevroren in de winter?’, vraagt de NRC journalist. ‘Euhm’, reageert een actievoerder.
Inmiddels zijn de Internationale Socialisten vertrokken. Het organiseren van een manifestatie tegen de bezuinigingen door het kabinet heeft nu prioriteit en de asielvoerders kunnen, euhm, doodvallen. Ook de activisten van No Border zijn in geen velden of wegen te bekennen. En de man van de christelijke diakonie zegt beteuterd: ‘Misschien is het wel een zwakte van mijn generatie dat we vooral kortlopende commitments aangaan’.
En zo heeft bijna iedereen afgehaakt. Andere prioriteiten, behoefte aan een nieuw commitment. Ieder zijn eigen agenda. En de asielzoekers kunnen, euhm, doodvallen.
Er komen in het NRC verhaal geen asielzoekers aan het woord. Wat zouden die ervan vinden? En zouden de actievoerders, religieus bevlogen of revolutionair, dat ooit aan hen gevraagd hebben?