Praise the Lord!

Ik dank de Heer, rechter Nicholson die het einde van Thabo Mbeki’s presidentschap inluidde, de recalcitrante aanhang van het ANC, de Treatment Action Campaign en in het bijzonder haar volhardende leider Zackie Achmat, Edwin Cameron, president Kgalema Motlanthe, ja zelfs Jacob Zuma voor de  vervanging van de Zuid-Afrikaanse minister van gezondheidszorg door Barbara Hogan en Molefi Sefularo, haar staatssecretaris.  


De PSP heeft heel wat uit te leggen

Het staat wel vast dat Rita Verdonk lid is geweest van de PSP. Het roept vele vragen op. Wie heeft haar lid gemaakt? Kon iedereen dan zo maar lid worden? En waarom haalde de PSP dan nooit meer dan drie zetels?

Zelf heb ik er nooit op gestemd maar in de loop der jaren is er meer en meer sympathie gegroeid met die wat wereldvreemde vertegenwoordigers als van der Spek en van der Lek. Zelden spraken leden van het parlement in de door het zetelaantal sterk beperkte spreektijd zoveel waarheden als koeien. Nooit ‘regels zijn regels’, niks trots op Nederland, geen gezeur over filevorming en geen vreemdelingenhaat. En ondertussen hield Rita Verdonk zich in het ledenbestand verscholen.

Is niemand ooit iets opgevallen?

Direct zijn Kay van der Linde en Ed Sinke en alle klanten van Cafe Montmartre in de Halvemaanssteeg ook nog lid geweest van de PSP! Een onderzoek, dat lijkt me wel het minste. En dan excuses.

 


Exit Mbeki

Het gonst van de geruchten: Mbeki vertrekt. Hij zou het ANC bestuur hebben laten weten op te stappen als zij hem daarom vragen. Hij zou een collega-minister hebben verteld zich niet te zullen verzetten. Het ANC bestuur wil een impeachment procedure, of een ‘vote of no confidence’ vermijden. De voorzitter van het parlement, mevrouw Mbele, zou Mbeki opvolgen tot de verkiezingen komend jaar, zo willen de geruchten.

De uitspraak van rechter Nicholson in de zaak tegen Jacob Zuma lijkt de nekslag voor Mbeki. Een onafhankelijke rechter, die ook zijn kleur nog eens meeheeft – niemand zegt het maar treurig genoeg is het oordeel van de rechter nog steeds geloofwaardiger als deze rechter blank is – heeft gesproken. Dat oordeel liegt er niet om: instituties van de staat zijn misbruikt, ook door de president en zijn kabinet, om politieke twisten uit te vechten.

Ik zie in Zuma’s toekomstige presidentschap geen wenkend perspectief. Maar ik ben er wel van overtuigd dat de verwijdering van Mbeki een voorwaarde is tot herstel van de democratie, van de trias politica en, als dat nog kan, van het ANC. Er kan een einde komen aan een cultuur van angst, eenrichtingsverkeer en betweterij, die vooral in de strijd tegen aids zoveel schade heeft aangericht. En er is op zijn minst een kans dat die niet vervangen zal worden door nieuwe angst, nieuw eenrichtingsverkeer en nieuwe betweterij.

Het is tien voor tien in de ochtend en heel voorzichtig bekruipt mij een gevoel van voorzichtig optimisme. Eens kijken hoe ik om kwart over twaalf en om vijf voor drie tegen de toekomst aankijk.  

 


Axie

Het Financieel Dagblad wijdde vandaag een pagina aan ‘het’ debat over de jaren tachtig en vroeg mij om een deelname. Bij deze.

In de jaren tachtig was ik verbonden aan de Anti Apartheids Beweging Nederland (AABN). Het opschrijven van deze zin voelt als het afleggen van een schuldbekentenis nu het oud-kamerlid Duyvendak heeft opgeroepen tot een debat over het activisme in de jaren tachtig en zelfonderzoek van de activisten. .

Duyvendak zegt: hèt activisme (lees: links), dè jaren tachtig, hèt debat. Hier spreekt de woordvoerder van een radicale nomenklatuur die nu iedereen die zich ooit solidair heeft betoond met de anti-apartheidsstrijd, de vredesbeweging of de acties voor een schoner milieu in zijn val wil meesleuren. In een interview met de Volkskrant van afgelopen zaterdag beweert Duyvendak weerzin te voelen tegen de gelijkhebberij en de morele superioriteit die links in de jaren tachtig ten toon spreidde. Maar met terugwerkende kracht, en voor de zoveelste keer, verklaart hij zijn vroegere daden tot maatgevend en karakteristiek voor het activisme van de jaren tachtig. En wij moeten daar nu een debat over voeren. 

Maar zíjn acties, zíjn jaren tachtig en zíjn debat zijn de mijne niet.    

Onze rechtsstaat daarentegen was ook in de jaren tachtig al de mijne en die van veel mede-activisten. Wij keerden ons scherp, en bij herhaling, tegen de aanslagen op Shell-pompen en een Makro-vestiging. Wij veroordeelden het in de gracht gooien van honderden boeken uit de bibliotheek van de met het minderheidsbewind sympathiserende Nederlands – Zuid-Afrikaanse Vereniging (NZAV). Wij ervoeren deze acties, uitgevoerd door dieven in de nacht, eerder als aanslagen op een snel groeiende anti-apartheidsbeweging dan op de apartheid. Het arbeidsintensieve handwerk – de voorlichtingscampagnes, het lobbyen, de inzamelingsacties en culturele manifestaties – werd immers aan ons overgelaten. Waarna een handjevol anonieme actievoerders telkens weer een bom legde onder het steeds breder wordende draagvlak van de anti-apartheidsbeweging. Vervolgens gooide De Telegraaf dankbaar alles op één hoop, eiste stopzetting van de overheidssubsidie aan organisaties als de onze en publiceerde adressen en telefoonnummers van voormannen en –vrouwen. Waarna deze bedreigd werden of lastiggevallen.


De aanpak en de cultuur van de radicale anti-apartheidsactivisten, bovenal de wartaal die de anonieme persberichten kenmerkte, verschilden weinig van die van de kraakbeweging in zijn nadagen. Ik voelde aanvankelijk natuurlijk sympathie met de pogingen om de omvangrijke leegstand en speculatie te bestrijden. Maar een deel van deze beweging degenereerde omdat ze zogenaamd zonder leiding opereerde en dus na verloop van tijd werd aangevoerd door doodenge jongens die jou als eerste tegen de muur zouden zetten als ze het hier ooit voor het zeggen hebben. Hun aksiemethoden verschilden niet van die van de knokploegen van de speculanten. Over de hang naar geweld bij een deel van de kraakbeweging, de machtshonger en het geloof in het recht van de sterkste is overigens al twaalf jaar geleden de indrukwekkende film De stad was van ons gemaakt door Joost Seelen en Eric Duivenoorden, die zelf met die beweging sympathiseerden. Het had het begin van een debat kunnen zijn als Duyvendak er toen zijn zegen aan had gegeven.


Ik kan mij overigens voorstellen dat in zeer uitzonderlijke gevallen de grenzen van de rechtsstaat worden verkend. Wij hebben een liberale abortuswetgeving vermoedelijk mede te danken aan de bezetting van een kliniek. Wij zouden onwetend zijn gebleven van buitenparlementaire pogingen om de bouw van kerncentrales voor te bereiden zonder de bij een inbraak buitgemaakte documenten. Maar nog spannender zou het zijn als mensen weer eens massaal op de been zouden komen voor het herstel van de democratie in Zimbabwe of  voor een onderzoek naar de Nederlandse deelname aan de Irak oorlog.


                       

Bart Luirink is hoofdredacteur van ZAM Africa Magazine. Van 1983 tot 1994 was hij bestuurslid van de Anti Apartheids Beweging Nederland.


 
 
 
 
 
 

 
 


Vincent Vendel

Opeens is Vincent Vendel dood. Nog maar 53 jaar jong. Een geheimzinnig virus dat hem twee jaar geleden al bijna velde keerde terug als een dief in de nacht. Inmiddels circuleren er mails van mensen die een traan laten en herinneringen ophalen aan toen: de jaren tachtig die zich, in Vincent’s geval, mede vulden met een sterke betrokkenheid bij de Anti Apartheids Beweging Nederland. Als bestuurslid, penningmeester, ordewacht. Ik denk dat ik door Vincent Vendel de uitdrukking ‘minzame blik’ heb leren kennen. En wat leek ie op Robert Redford!

In 1993 kochten we – drie collega-activisten, vrienden – een appartement in Johannesburg. Dat F. meedeed, sprak voor zich. Hij reisde vaak op en neer. Mijn voornemen was om er te gaan wonen. Maar wat zag Vincent er toch in? Het lag niet in zijn aard om daar uitgebreid over te mijmeren maar toch weet ik vrijwel zeker dat het weemoed was. In die plek in Johannesburg zou de vriendenkring die AABN heette nog een tijdje voortbestaan. Een warm nest in het land van onze dromen.

Vincent zelf is er maar 1 keer neergestreken, niet zo lang nadat het was ingericht. Inmiddels had hij in Angele een nieuwe liefde, en een nieuwe wereld, gevonden. Ze bleven maar een week in Johannesburg en trokken in de jaren erna doorgaans richting Aruba. Bij openingen in Galerie 23 kwam ik ‘m nog wel eens tegen. Vrienden hielden me op de hoogte van zijn herstel na die verschrikkelijke weken zonder adem, in coma. Een poging om een keer per skype contact te hebben mislukte. Ik schreef hem een brief zonder me te realiseren dat hij daar nog niet op kon reageren omdat hij zijn handen nog niet kon gebruiken.

Zaterdagmorgen belt F. met ‘erg nieuws.’ Vrijwel hersteld en toen opnieuw aangevallen. Wat een oneerlijke strijd. Vaarwel, Vincent.

 


Beetje twijfelachtige spotprent

Ik vind dat de Zuid-Afrikaanse cartoonist zich hier toch een beetje vergaloppeert. Zuma’s advocaten onderzoeken alle juridische mogelijkheden om een proces te voorkomen. Dat is hun goed recht, dat is nu juist het principe van de rechtsstaat.

Verder blijft die douchekop op zijn kale schedel natuurlijk leuk.

 


Achteruitgangsgeloof

Niet eerder meegemaakt: ik was het volledig eens met een stuk van Sietse Bosgra in de Volkskrant van afgelopen dinsdag. In een feitelijk relaas memomeerde hij hoe ooit De Telegraaf zijn adres en telefoonnummer in de krant afdrukte. Dagenlang werd er tot diep in de nacht gebeld en arriveerden er dreigementen per brief. Dat was ook bij de AABN geen onbekend verschijnsel.

Maar door het stuk kwamen ook de herinneringen aan ’s mans consistente achteruitgangsgeloof weer opzetten. Nooit ging het goed, altijd had de vijand een nog genadelozer slag in voorbereiding. Aan de vooravond van Mandela’s vrijlating vroeg hij zich tijdens een landelijk beraad met anti-apartheidsgroepen af tot welke problemen deze felbevochten vrijlating zou kunnen leiden. Was Mandela niet ingepakt door het blanke minderheidsbewind? Zou hij wel de parolen van de strijd verwoorden? Hoe moest het nu met de acties tegen Shell?

Mandela kwam vrij, Bosgra sprak van ‘een stapje vooruit’ en de wereld vierde feest. Enkele maanden later kocht het ANC het hoofdkantoor van Shell in Johannesburg. De geschiedenis heeft scherpe tanden, zei Joris Ivens.

Want dat staat me toch het meest tegen in een deel van de actievoerende tachtigers. Die houding van dat het nooit wat wordt. Dinsdagavond woonde ik een bijeenkomst over Angola bij in Felix Meritis. Fineke Diamand voerde een onderhoudend en informatief gesprek over de ontwikkelingen in dat land. Het werd met regelmaat onderbroken door rusteloze Angolezen die om een debat riepen. Die ellende van vroeger, dat hadden ze nou wel gehoord. Angola was in een nieuwe versnelling geraakt, er worden wegen aangelegd, centra hersteld. Daar wilden ze het over hebben. Ik hoorde een Nederlander zeggen dat we ons geen rad voor ogen moeten laten draaien. De Angolese regering zet haast achter de opbouw om stemmen te winnen, riep-ie. Maar mag dat niet? Tegen het einde van de avond lieten woordvoerders van de ontwikkelingsorganisaties nog weten dat er op het platteland niets gebeurt en dat iedereen nog steeds straatarm is. Zucht.

Nu ligt er een folder van NiZA voor me. Een woordvoerder van een Zuid-Afrikaanse ngo meldt dat de apartheid in zijn land weliswaar is opgeheven maar voortduurt in de mijnindustrie. Zou het? Hebben de vakbonden dan niets bereikt? Speelden die geen sleutelrol in de victorie over apartheid? Vorig jaar was ik in Rustenburg waar de platinum ontginning werk biedt aan tienduizenden mensen. Sommigen klaagden over de werkomstandigheden, buitenlandse arbeiders zouden minder dan het minimumloon accepteren en daarmee de positie van de vakbonden ondermijnen, er was een zichtbaar gebrek aan voldoende sanitaire voorzieningen. Maar apartheid? Welnee. Dat was een wettelijk systeem dat de ongelijkheid tot wet verhief. En dat is afgeschaft op 27 april 1994.