ook de oorlogsmisdadiger westerling had de sympathie van willem oltmans


Een opmerkelijke ontdekking van journalist Rudie Kagie. In de 1-malige editie van De Nieuwe Linie (www.vk.nl/nieuwelinie) schrijft hij over een sympathiebetuiging die Willem Oltmans in 1955 aan kapitein Westerling die medeverantwoordelijk moet worden gehouden voor de slachting van zeker veertigduizend op Zuid-Celebes tussen 10 december 1946 en 21 februari 1947. Oltmans prijst Westerling’s pogingen ‘om de volkeren van Indonesie in hun vrijheidsstrijd tegemoet te komen’.

Toch is Oltmans’ sympathie voor oorlogsmisdadigers niet zo vebazingwekkend. In zijn Zuid-Afrikaanse jaren rekende hij er ook enkele tot zijn vriendenkring. Zie daarvoor: //www.bartluirink.nl/artikelen/willem-oltmans-en-de-doodseskadergeneraal


NRC Handelsblad van vrijdag 3 mei 2013: *&%?$+()@^GRRRR!

Opening: Honger in Somalië: 260.000 doden. Heb ik iets gemist vandaag? Nee, de krant brengt een onderzoek naar rampen in 2010-2011. Betrouwbaar? Het bericht zegt: ‘De schattingen van het dodental in de vluchtelingenkampen in Kenia en Ethiopië zijn minder hard, geven de FAO en FEWS NET toe, aangezien die zijn gebaseerd op veronderstellingen van onderzoekers en niet op een statistische benadering.’ Waarom opent de krant er dan mee?

Nauwelijks van de schrik bekomen en bij de boekenbijlage aanbeland. Waarschuwing: er dreigt een nieuw boek van Paul Theroux in Nederlandse vertaling uit te komen. The Last Train to Zona Verde. Juichende recensie omdat de vleesgeworden mopperkont zijn gal nog nooit zo mooi gespuwd heeft. Hij is op een reis van Kaapstad naar Angola en onderweg een illusie van de pure, natuurgetrouwe, verlenieriefensthalde Bosjesmannen kwijtgeraakt. Ontdekking van de schrijver: Bosjesmannen doen maar alsof! De lendedoeken zijn een travestie en ze spelen de jacht. Maar Theroux – hier verraadt zich de onderzoeksjournalist – ziet hoe ze ‘s avonds in hun westerse kloffie schieten en ‘terugkeren naar hun reservaten, ‘levende musea’, waar de meeste doodgaan aan alcoholvergiftiging of lijden aan welvaartsziektes als diabetes, hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten.’ Mijn bloedsuikerspiegel steeg na het lezen van zijn vorige gedrocht, The Lower River, tot recordhoogte en een alcoholvergiftiging was niet ver weg. Bespaar me dit boek. (Zie ook: http://www.dafrique.nl/nl/opinies/oom-tom/paul-theroux-in-malawi.html)

Twee pagina’s verderop: AFRIKA BOEKT GEEN VOORUITGANG. Hatsjekidee, aan het woord is een Deskundige, James A. Robinson. Ingeklemd tussen een overdaad aan onbewezen en onbevraagde beweringen lees ik dat in Zuid-Afrika de ene elite heeft plaatsgemaakt voor de andere. Niks veranderd, alles bij het oude. De middenklasse is in de afgelopen tien jaar blijkbaar niet verachtvoudigd. De grondwet bestaat niet. De vrije media zijn een fata morgana. Geen parlement. Geen artistieke renaissance. En zo is in de visie van James A. Robinson het land een metafoor voor die grote zwarte onbeweeglijke kolos – A-Fri-Ka – waarmee het nooit goed komt.

Vorig jaar bood The Economist excuses aan voor het overlijdensbericht dat dit tijdschrift tien jaar terug van Afrika plaatste. Volgens de redacteuren van vandaag groeit op het continent inmiddels het paradijs op aarde. Rising Africa! En de speciale edities van de Vogue en de Cosmopolitan en de Oprah papegaaien het na.
Zo slingeren 54 landen, duizenden talen, talloze kleuren, vele geloofsovertuigingen en alle sexualiteiten heen en weer tussen happy clappy evangelisten en voorspellers van het Armageddon.
Persoonlijk ben ik al lang geleden uitgeslingerd en op zoek gegaan naar de werkelijkheid, ontdaan van sjablonen en heerlijk verwarrend. Niks helemaal goed, niks alles fout.
Op de redactie van NRC Handelsblad moet iemand gedacht hebben: al die positieve verhalen over Afrika zijn nu wel mooi geweest. Vandaag gaan we er eens flink tegenin.
Dat is heel goed gelukt.


het zijn vooral zwarte en vrouwelijke sporters die uit de kast komen


Eerder deze week kwam Jason Collins uit de kast. ‘I’m a 34-year-old NBA center. I’m black. And I’m gay’, verklaarde de Amerikaanse basketballer in het tijdschrift Sports Illustrated. Euforie alom. Bill Clinton, die nog niet zo heel lang terug het Amerikaanse leger het ‘don’t ask, don’t tell’ principe oplegde, prees de sportman. Barack Obama, die Clinton’s huichelachtige wetgeving afschafte, belde Collins en sprak eveneens zijn steun uit. En moedig is het, ook al moet je onwillekeurig denken aan die tekst op het bord van anti-monarchie activiste Johanna: ‘Het is 2013!’

In nogal wat artikelen heet Collins de eerste Amerikaanse sporter die uit de kast kwam. Maar Billy Jean King en Martina Navratilova gingen hem voor, ruim dertig jaar terug. Denk ook aan Justin Fashanu, de Nigeriaanse voetballer die voor Southampton voetbalde. De Nederlanders Jeffrey Wammes, de turner, Ireen Wust, de schaatster, Wesley Ton, de voetballer bij Helmond Sport.
Wat opvalt: zwarten en vrouwen.
Niet toevallig verwijst Collins in zijn verklaring naar zijn grootmoeder die opgroeide in Louisiana tijdens de civil rights movement. Haar strijd is zijn strijd. Navratilova en King, op hun beurt, toonden verwantschap met de vrouwenbeweging. Haar strijd is hun strijd.