babyverkrachting, ras en politieke correctheid

De dubbeldikke kersteditie van De Groene bevat een interessante reconstructie door Fred de Vries van een recente kwestie in Zuid-Afrika over bewering dat babyverkrachting een cultureel fenomeen onder zwarten is. Deze bewering werd gedaan door de Afrikaner filosofe Louise Mabille in een artikel op de website van de extreemrechtse Pro-Afrikaanse Aksiegroep (PRAAG). Daarin schrijft ze: ‘Natuurlijk is het veel makkelijker om eindeloos te zeuren over “calvinisme” dan om je af te vragen waarom babyverkrachting een cultureel fenomeen is onder zwarte bevolkingsgroepen’. Deze uitspraak riep in de academische wereld veel boze reacties op, Mabille nam ontslag en kondigde aan Zuid-Afrika binnenkort te verlaten. Ze gaat haar studie vervolgen aan de Universiteit van Hull in het Verenigd Koninkrijk.

Fred de Vries besluit zijn artikel met samenvattingen van verschillende onderzoeken die naar babyverkrachting zijn gedaan. Zo houdt Suzan Leclerc-Madlala het voor mogelijk dat ‘sommige mannen vinden dat ze weinig te verliezen hebben als ze zich van aids proberen te verlossen middels seks met een maagd – of ze nou in de mythe geloven of niet’. De onderzoekster haalt overigens ook Engelse mannen aan die zich in de negentiende eeuw aan maagden vergrepen zouden hebben om zo van geslachtsziekten te genezen. Amelia Kleijn, schrijft De Vries, vond geen culturele verklaringen voor het gedrag van babyverkrachters die ze had gesproken. ‘Deze misdaden worden niet met voorbedachten rade gepleegd, ze zijn volledig opportunistisch’, aldus Kleijn.

Het interessante artikel is op een merkwaardige wijze ingekaderd. De kop luidt: ‘Op ras rust een taboe’, en het chapeau leest: ‘Politieke correctheid in Zuid-Afrika’. De lead, tenslotte, begint met: ‘Over de oorzaak van kinderverkrachtingen is in Zuid-Afrika een hevige discussie losgebarsten’. Het artikel biedt echter nauwelijks bewijs voor enig debat, er is een losse flodder afgeschoten (‘babyverkrachting is een cultureel fenomeen’) die, leert het artikel, nogal overtuigend wordt gelogenstraft door onderzoek. De critici van Mabille worden door Dan Roodt, de leider van PRAAG, voor ‘politiek correct’ uitgemaakt met de bedoeling ze te diskwalificeren. Hun antiracisme zou waarheidsvinding in de weg staan. Merkwaardig dat de eindredacteur van De Groene deze canard tot invalshoek van het artikel maakt. Daarmee wordt de in het artikel met onderzoeken zo treffend geïllustreerde correctheid van hen die de racistische flauwekul van Mabille en Roodt bestreden juist weer in een kwaad daglicht gesteld.


slecht tegen je winst kunnen

Er zijn in de afgelopen dagen nogal wat stukken verschenen waarin erop gewezen werd dat de bewondering voor Mandela niet van alle tijden is. Ik heb talloze herinneringen aan de scepsis, soms ronduit vijandigheid, waarmee Mandela tot diep in de jaren tachtig tegemoet getreden werd. Het is een misverstand te denken dat die houding zich beperkte tot rechtse politici.

Maar de stemming is veranderd. Ontbrak het in de afgelopen dagen echt vrijwel volledig aan de haat tweets waarmee we in Nederland zo vertrouwd zijn geraakt, of heb ik iets over het hoofd gezien?

Van moed getuigt de bijdrage die de rechtse denken Joshua Livestro vorige week zaterdag in De Telegraaf plaatste. Hij erkent de rechtse splinter in het oog en geeft onomwonden toe dat zijn geestverwanten inzake Mandela en apartheid aan de verkeerde kant stonden.

Maar nu vind ik het eerlijk gezegd wel mooi geweest, die stukken die vele malen per dagen mijn inbox binnenrollen en waarin het rechtse ongelijk wordt gehekeld. Enig triomfalisme is natuurlijk wel op zijn plaats, maar waarom is de toon er met regelmaat een van ongeloof en druipt die scepsis die ooit Mandela ten deel viel er vanaf? Waarom zijn veel progressieven zo moeizaam in staat hun overwinning te vieren. Het is niet goed het deugt niet. Nieuw gezegde: slecht tegen je winst kunnen.


rechtse wroeging over mandela

Net naar de lijstenmaker geweest en een artikel uit De Telegraaf ingelijst. Het is geschreven door de zeer rechtse denker Joshua Livestro. Hij schrijft: “Des te opmerkelijker dat men op rechts nooit serieus heeft afgerekend met de eigen steun voor (of gebrek aan kritiek op) het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De misdaden van dat regime (…) waren immers ook in de jaren tachtig al bekend.
Dat werhield bijvoorbeeld de roemruchte mr. G.B.J. Hiltermann er niet van het regime te verdedigen tegen buitenlandse critici. Velen op rechts volgden zijn voorbeeld.”

Het valt Livestro op dat men op rechts wat ongemakkelijk reageert op het overlijden van deze staatsman. Mandela’s grootheid erkennen is meteen ook de eigen fout toegeven. Dat is ongetwijfeld een pijnlijke bekentenis, maar in dit geval is het de enig juiste”. Aldus Livestro.

Dat ongemak hoorde ik overigens niet in een gesprek met VVD Europarlementarier Van Baalen zojuist in TROS Kamerbreed. Integendeel. Hij had in 1980 (sic) deelgenomen aan een uitwisselingsprogramma met blank Zuid-Afrika en in Stellenbosch gelogeerd. Daar hoorde hij de familie verkeerde dingen over de zwarte dienstboden zeggen. Zodoende heeft Van Baalen dus eigenlijk ook een beetje in het verzet gezeten.
(Foto: Hans van Baalen met uitgestoken vingertje naar het apartheidsregime)


over a letter to mandela


Khalo Matabane’s film heeft terecht de speciale prijs van de IDFA jury gewonnen. ‘A Letter to Mandela’ stelt pijnlijke vragen over het zo vaak geroemde proces van waarheid en verzoening in Zuid-Afrika. In een interview met Trouw afgelopen week memoreert Matabane de grote moeite die hij ondervond bij het vinden van financiers voor de film. In het ter discussie stellen van het sprookje van de verzoening zijn nog weinig mensen geinteresseerd. Het strekt de Nelson Mandela Foundation overigens tot eer dat zij Matabane’s film wel hebben ondersteund.

Kort nadat de Waarheidscommissie in de jaren negentig haar werk had aangevangen, werd ik op de corrrespondentendagen van de kranten waarvoor ik destijds schreef aangesproken door een van de hoofdredacteuren. Hij stak de loftrompet op de waarheidscommissie en zo merkte ik dat hij mijn stukken niet gelezen had. In een ervan had ik de Zuid-Afrikaanse psycholoog Michael Simpson aan het woord gelaten. Die betwijfelde of er sprake kon zijn van REconciliation als er nooit enige conciliation geweest was. In een ander artikel sprak iemand over een jongen die 6 maanden gevangenisstraf voor het stelen van een brood had gekregen terwijl apartheidsschurken wegkwamen met hun misdaden. ‘Kun je verwachten dat zo’n jongen respect voor de rechtstaat opbouwt?’ Nadat de waarheidscommissie haar werk voltooid had, vroeg ik me af of je een streep onder waarheidsvinding kunt zetten als in veel gevallen de waarheid nog niet was vastgesteld?

Anderen wierpen de vraag op waarom de boeven – oud-president P.W. Botha voorop – die zich aan het gehele proces van waarheid en verzoening hadden onttrokken,niet voor de rechter werden gesleept. Zo was het immers afgesproken: je verschijnt voor de commissie en je vertelt je verhaal; als de commissie ervan overtuigd is dat je in opdracht en uit politieke motieven handelde, krijg je amnestie. Wie thuisbleef, zou gedagvaard worden.

Vijftien jaar nadat Tutu’s commissie haar vijf vuistdikke delen omvattende eindrapport publiceerde, maakte Matabane zijn indrukwekkende film. Anders dan verschillende recensies suggereren, heb ik de film niet ervaren als een aanklacht tegen Mandela. Matabane registreert even nauwgezet als de kritiek de indrukwekkende ervaringen van sommige slachtoffers met verzoening. De film toont eerder een worsteling dan een oordeel. Matabane noemt Mandela, die getuige sommige verhalen in de film ook onverzoenlijk en hard kan zijn, een contradictie.

Er komen in de film verschillende mensen aan het woord die met veel overtuigingskracht het verzoeningsproces ter discussie stellen. Ze verwijzen naar de pijn en de littekens die de vaak onbeschrijflijke wreedheid hebben geslagen. En naar de blijvende armoede die het leven van velen nog kenmerkt.

De psychologe Pumla Gqola is de enige die zich afvraagt of er een andere oplossing denkbaar was geweest, een zonder vergeving en met ‘Neurenberg’. ‘Dan hoor je dat er zonder de waarheidscommissie doden waren gevallen. Maar er vallen nu ook doden’, zegt ze.
Maar dat is me te gemakkelijk. Gqola, een autoriteit op het gebied van trauma, slaat hier de plank mis. Ze lijkt geen idee te hebben tot hoeveel ellende voortgaande strijd, de ideologie van de totale overwinning, had geleid.

En dan is er nog die Britse journalist die betoogt dat Mandela zich als een God is gaan gedragen omdat veel mensen hem als zodanig behandelen. Met verwijzing naar gelukzalige ontmoetingen van de Almachtige met de Spice Girls en Oprah Winfrey. Mandela als God? Dat lijkt me onzin. Meer een man van vlees en bloed die geniet van zijn vrijheid.

De Zuid-Afrikaanse journalist Greg Marinovitch slaat de spijker wel op zijn kop. ‘Stel je voor: iemand heeft je horloge gestolen. De dief staat tegenover je en verwacht dat je hem vergeeft. Hij heeft nog niet eens sorry gezegd en hij is al helemaal niet van plan om dat horloge terug te geven’.

Pijnlijk.

(Foto: Khalo Matabane)