keizersgracht 141: over het zuid-afrika huis


Het Zuid-Afrika Huis aan de Amsterdamse Keizersgracht 141 dreigt gesloten te worden. Het bestuur van de stichting die het gebouw bezit heeft onlangs besloten om het te verkopen. Die stichting is de ZASM, naamhouder van de Nederlands – Zuid-Afrikaanse Spoorweg Maatschappij, een bedrijf dat aan het begin van vorige eeuw een vermogen vergaarde met de bouw van een spoorweg tussen Pretoria en Lourenço Marques (Maputo).

Diezelfde stichting financiert tevens de Nederland Zuid-Afrikaanse Vereniging (NZAV), een club die tijdens de apartheid haar analyses wel heel erg verpakte in blanke stamverwantskap, beurzen aan (destijds doorgaans blanke) Zuid-Afrikaanse studenten en het Maandblad Zuid-Afrika.
In de jongste editie van dit tijdschrift ageert professor Ena Jansen, die in Nederland Afrikaans doceert, tegen de sluiting. Ze memoreert in haar stuk een gesprek met Jan Donner, voorzitter van ZASM en directeur van het Tropen Instituut. Hij legt uit dat de stichting een vermogen heeft van twaalf miljoen en uit de rente (3,5 ton) de activiteiten financiert. De kosten van de noodzakelijke renovatie die het Zuid-Afrika Huis moet ondergaan worden geraamd op 3 miljoen. Zo zou de stichting teveel op haar vermogen interen.

Het voornemen is om de bibliotheek in dit gebouw aan de VU over te dragen. Met de boekenschat die zich aan de Keizersgracht bevindt verwierf het huis nationale bekendheid. Dat kan mede worden toegeschreven aan anonieme actievoerders die in de jaren tachtig een deel van de boeken in de gracht gooiden uit protest tegen de apartheid. De anti-apartheidsbeweging distantieerde zich destijds van deze aksie. Boeken horen op de plank en niet in het water. Dat geldt ook voor ‘foute’ boeken.

Jan Donner rekent in het gesprek dat hij met Jansen voerde voor dat een renovatie financieel onhaalbaar is. Dat Donner een volleerd rekenmeester is wisten we al door het riante salaris dat hij zichzelf als directeur van het KIT toerekende. Maar toch zaait Jansen grote twijfel aan de rekenkundige benadering van het bestuur. De kosten voor zo’n verbouwing worden toch over 20 jaar uitgesmeerd? Waarom wordt er niet gezocht naar sponsoring en subsidiering, bijvoorbeeld door de stichting Hendrick de Keyser?

Het Zuid-Afrika Huis heeft in de afgelopen tien jaar voorzichtige, soms dappere pogingen gedaan om van het wat stoffige imago af te komen, bijvoorbeeld door een leesclub die ook de zwarte literatuur indook, kleine seminars, exposities en lezingen. De bibliotheek bevat een rijke (politiek en cultureel) gevarieerde collectie boeken die zeer goed toegankelijk is.
Jansen is bang dat naast de bibliotheek ook de activiteiten die in het huis georganiseerd worden eraan moeten geloven. Maar misschien zijn díe activiteiten, die van het huis een voorpost van het nieuwe Zuid-Afrika zouden kunnen maken, juist de reden om het te sluiten? Nu al lijkt het huis meer van deze tijd dan de stichting die het financiert.