Het orakel van Amerongen

Arthur-van-Amerongen1

Omdat het gesprek naar aanleiding van ‘Parijs’ gevaarlijk genuanceerde trekken begint te vertonen – Dank, Beatrice de Graaf en Stefan Hertmans! – was het tijd voor een gesprek met Arthur van Amerongen in de Volkskrant van hedenochtend. De kop: ‘Na Parijs, Londen en Brussel is Nederland aan de beurt’, aldus de schrijver en columnist van die krant.

De intro boven het stuk volstaat met Van Amerongen’s opvatting dat in Amsterdam-West dezelfde mensen wonen als in Molenbeek. Het stuk gaat zelf over die Brusselse wijk, de Belgische regering en nergens over Nederland. Wel bevat het een pleidooi voor enkelbanden, paspoorten afpakken, uitkeringen bevriezen en naar opvoedingskampen sturen. Wie? De jihadi’s. Of in elk geval de teruggekeerde Syriëgangers. Of eigenlijk: ‘al die Marokkanen’. Want ‘die zijn al genoeg gepamperd door een leger aan welzijnswerkers’.

In 2000 versloeg ik voor het Radio 1 Journaal samen met Janhuib Blans de Wereld Aids Conferentie in Durban. Ook Van Amerongen was ter plekke; hij had de inleiding geschreven bij een fotoboek van Geert van Kesteren over Aids in Zambia. Nadat ik de studio had ingericht en een eerste verslag doorgespeeld, reed ik met een collega naar ons logeeradres net buiten de stad. Toen belde Arthur.

‘Ik wil de homoscene in!’, riep hij.

‘Ik niet’, riep ik terug.

‘Naar homobars, het uitgaansleven. Hoe ziet dat eruit hier?’, vroeg hij.

‘Zo’n beetje als in de Reguliersdwarsstraat’, antwoordde ik.

Korte stilte.

‘We kunnen vanavond toch…’, probeerde hij nog een keer.

‘Nee, echt niet, ik ga nu inchecken, eten, slapen en morgen weer hard aan het werk’, rondde ik af.

Ik heb hem in de kleine week die de conferentie duurde niet meer gezien. Een bevriende aidsvoorlichter lunchte nog met Arthur maar raakte tamelijk pissed off nadat hij zich ervan bewust werd dat er in het geheel niet naar hem werd geluisterd toen er een aantrekkelijk meisje voorbij liep. Van de fotograaf kreeg ik nog wel het boek vol aangrijpende beelden toegestopt. Ik betwijfelde of dat ‘werkt’ maar had geen enkele reden om aan de oprechte motieven van Van Kesteren te twijfelen. Wel aan die van Van Amerongen. In zijn inleiding meldde hij dat zwarte mannen sex hadden met babies omdat ze dachten zich zo van hiv te kunnen ontdoen. Er zullen best verwarde mannen zijn geweest die in zulke onzin geloofden maar het overgrote deel van de mannen wist wel beter. Van Amerongen raakte van zijn ‘ontdekking’ blijkbaar zo opgewonden dat hij er wel twee keer melding van maakte.

Zijn maandagse column in de Volkskrant lees ik altijd onmiddellijk nadat ik Grunberg uit heb. Het is de onmisbare rauwkost bij mijn ontbijt. Maar aan zijn analyses hecht ik sinds die week in Durban geen waarde meer.