Op de vleugels van Lieve Joris


In een gesprek met Wim Brands (VPRO Boeken, zondag 6 oktober 2013) raakt Lieve Joris met een kleine anekdote de kern van haar werk en aanpak. Ze vertelt over een medewerker van Artsen Zonder Grenzen die ze ergens in Afrika ontmoette. Een hardwerkende en toegewijde dokter die van ‘Afrika’ geleerd heeft dat je de zaken uit elkaar moet houden. Overdag doet hij zijn werk in de kliniek. ’s Avonds trekt hij zich terug, met een glas wijn in de hangmat, turend naar de sterrenhemel, het oor gericht op de geluiden van de Afrikaanse nacht. Hij is alleen, of misschien is er een partner. De wereld van de Afrikanen, waarin hij zich tijdens werkuren vol overgave begeeft, houdt hij op veilige afstand en hij raadt Lieve Joris aan hetzelfde te doen. Niet bevriend raken met mensen, niet sociaal doen, hou werk en vrije tijd gescheiden – ze moeten altijd wat van je. Zodra ze zich melden is het met jouw rust (en bankrekening) gedaan. De schrijfster spreekt erover met een toon van oprechte verbazing. De lommerrijke isoleercel waarin haar gesprekspartner zich ’s avonds vrijwillig terugtrekt, is haar vreemd. Ik vermoed dat ze tijdens haar vele reizen vast wel mensen is tegengekomen die iets van haar wilden. Maar bepalender in Joris’ belevingen zijn de vriendschappen die ze in al die jaren in Congo en Mali en Syrië sloot. Of, zoals tijdens de jarenlange voorbereiding van haar laatste boek ‘Op de vleugels van de draak’, in Dubai, in het Chinese Ghuangzou, Jinhua, Shanghai, en Beiing, het Zuid-Afrikaanse Kaapstad, Grahamstown en Johannesburg en, opnieuw, Kinshasa.

Vriendschap

De verhalen die Lieve Joris in haar boeken vertelt, zijn het product van gelijkwaardigheid. Dat klinkt een tikkeltje pathetisch maar het dringt pas tot je door hoe groots en bijzonder haar prestatie is als je haar afzet tegen die eindeloze stroom boeken en reportages die daar nu juist niet in slagen. Nog steeds reist er een onafzienbare karavaan ontdekkingsreizigers door Afrika, de deelnemers stijf van compassie met de medemens en een ontembare zorgdrang of juist vol bewondering voor een exotische, andere wereld waarin arm, zo heet het, als een hoger stadium van geluk wordt ervaren, de tijd het van de klok heeft overgenomen en stilstaat. Om te beginnen reist Lieve Joris niet in opdracht van goede doelen of ontwikkelingsprogramma’s, dat helpt al een stuk. Zij zoekt de vriendschappen die zij sluit doorgaans met mensen op haar niveau, zoals in dit nieuwe boek de handelaren uit China en Afrika. Mensen die ver van de hulpindustrie afstaan en ook niet tot de doelgroepen van deze industrie behoren. Zelfstandige mensen, individuen, die door Joris’ als het ware worden uitgelicht. ‘Afrika’ en ‘China’ teruggebracht tot menselijke proporties, bevrijd van de 1-dimensionale kaders waarbinnen massa’s verschillende mensen begrepen, of liever: niet begrepen, worden. Wat dan telkens weer opvalt, is hoezeer ‘de ander’ op ons lijkt, hoe onze verlangens naar een goed leven, gezondheid, mooie muziek of schilderijen, een toekomst voor de kinderen, over elkaar heen schuiven. Treurig dat zulke boeken zo uitzonderlijk zijn.

Wankelende percepties

In haar nieuwe boek verkent Lieve Joris China en Afrika en hoe mensen uit die verschillende werelden, die elkaar nooit koloniseerden, zich tot elkaar verhouden. Ze nestelt zich op de schouders van de hoofdpersonen en reist mee. Haar vermogen om onbevangen te kijken en luisteren is fenomenaal en daarmee dient zij in de eerste plaats het belang van de lezers die op hun beurt over haar schouders meekijken. Ze stelt de vragen die ook bij jou zouden opkomen, al durft lang niet iedereen ze te stellen. Ze laat haar hoofdpersonen vrijuit spreken en zo komen we veel te weten over de percepties die Chinezen over Afrikanen koesteren (lui) en Afrikanen over Chinezen (arrogant). Intussen toont ze ons een wereld van hardwerkende Afrikanen en zich snel aan vreemde omgevingen aanpassende Chinezen.
Joris verdient lezers die even onbevangen de werkelijkheid tegemoet treden als zijzelf. Hoe moeilijk dat voor nogal wat Nederlanders is, bleek onlangs tijdens de Globaliseringslezing waar zij als hoofdgast optrad. Zowel deskundigen als nogal wat van de vragenstellers uit het publiek lijken in haar werk toch vooral op zoek naar bevestiging van wat zij al aan mening in hun hersens hebben opgeslagen. Of ze gaan tegen de verkenningen van de schrijfster in alsof haar boek een verzameling van onwrikbare, in steen gebikkelde standpunten bevat. Zo leerden we dat we de economische groei in Afrika niet moeten overdrijven en dat de Chinese investeerders zich daar gedragen als de vroegere koloniale uitbuiters. Maar Joris wil zich in haar zoektocht juist niet door al die bagage laten belemmeren. Zo ontdekt ze de mooiste pareltjes die ons een ander verhaal vertellen. Zoals dat van de moeder in Congo die haar kinderen vroeger tot eten maande door ze de ‘hongerige kindertjes van China’ voor te houden. En nu zijn het die verdomde Chinezen die Afrika te hulp schieten. Uit eigen belang, zeker, maar daarmee pakken ze ons ‘onze’ slachtoffers af. Misschien zit daar het ongemak dat het boek bij sommige lezers veroorzaakt.

‘De vleugels van de draak’, Uitgeverij AtlasContact.

De foto’s bij deze bespreking zijn gemaakt door Pieter van der Houwen. Voor VPRO Tegenlicht maakt hij Zwart Geld, De toekomst komt uit Afrika http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2012-2013/de-toekomst-komt-uit-afrika.html Als vervolg publiceert ZAM een door Van der Houwen en Erik Kessels samengestelde krant over dit thema.