kamer verwerpt motie

Volgens extreem rechtse websites zou minister Rosenthal de SGP/CU motie waarin de ‘ractische aanvallen’ op Afrikaner boeren werd afgekeurd ‘omhelzen.’ Achter deze onzinnige oproep moet een diep verlangen naar het herstel van de blanke stamverwantschap tussen Afrikaner boeren en blanke Nederlanders schuilgaan. De wens om terug te keren naar de apartheid getuigt van een totaal gebrek aan werkelijkheidszin. Ze is er echter niet minder gevaarlijk om. Nog steeds zijn blanke terreurgroepen in Zuid-Afrikaa actief. Ze voelen zich gesteund door de mannenbroeders van SGP, CU en PVV. Gisteren werd de motie door een meerderheid van de Kamer, inclusief de VVD, afgewezen.
Hulde.


stemt de kamer voor stamverwantschap?

Morgen stemt de Tweede Kamer over een motie van SGP-er Kees van de Staaij. In die motie wordt de Nederlandse regering opgeroepen om actie te ondernemen tegen het ‘racistische geweld tegen Afrikaners’ in Zuid-Afrika.
De motie heeft de hartelijke steun van de PVV en ook minister Rosenthal heeft inmiddels zijn instemming betuigd. Dat is opmerkelijk want het kabinetsbeleid heeft het niet zo op met eigenwijze vingertjes. Bovendien dient deze motie geen enkel economisch belang van Nederland. Integendeel.

Maar veel erger is het dat voor de motie geen enkele grond bestaat. Er is nauwelijks racistisch geweld tegen Afrikaners. Wie kijkt naar de misdaadstatistieken ziet dat de slachtoffers alle kleuren hebben, en vooral zwart. Onafhankelijke onderzoeken bewijzen dat Afrikaners doorgaans niet vanwege hun huidskleur slachtoffer zijn van geweld. Wel is er soms sprake van wraak vanwege de voortgaande uitbuiting, de lijfstraffen en het ‘dopstelsel’ (het uitbetalen van loon in de vorm van sterke drank) op sommige boerderijen. Misschien dat de Kamer zich daarover uit kan spreken?

Met de motie – Van der Staaij heeft de lobby voor blanke stamverwantschap na een pauze van enkele tientallen jaren opnieuw de volksvertegenwoordiging bereikt. Stormfront Nederland heeft al enthousiast gereageerd.


ghana subsidieert nederlandse klompen

Ik val midden in het gesprek. Dinsdagmiddag, Radio 1 Journaal. Aan het woord is een Fries die geld inzamelt voor een project in Ghana. Dat doet hij door klompen te verkopen. Toen belde De Koning, het Ghanese equivalent van een soort waterschapsvoorzitter. De politieke partij waarbij hij is aangesloten, is zo enthousiast over de Nederlandse klompen dat ze er tienduizend bestellen. Voor de verkiezingscampagne.
Vraag van de presentator: ‘Vertrouwt u het wel?’ Dat doet ie.
Volgende vraag: ‘Verkoopt u ze tegen de maakprijs?’
Dat doet ie niet. Er wordt winst gemaakt en daarvan gaat 1 euro naar het project in Ghana.
Hmmm?
Als de partij dat geld nou aan het project overmaakt en niet aan de klompenmakers in Friesland dan… afijn, u begrijpt het wel.
Maar mijn klomp is gebroken.


what democracy do we export?


Last Saturday, both de Volkskrant and NRC Handelsblad carried interviews with the Canadian psychologist Steven Pinker. He is professor at Harvard and the author of The Better Angels of our Nature, a book about the incredible decrease of violence over the centuries. Murder, torture, victims of war and human trade are worldwide all on a remarkably lower level than ever. Who says that newspapers don’t bring good news?

In one of the interviews, Pinker is asked if he feels that exporting democracy – as ‘we’, Western countries – do makes sense, and he does. I find the question intriguing since it suggests that in let’s say Africa there is nobody to be found promoting democracy. It needs to be ‘imported’. To me that sounds like a huge misunderstanding of reality. Remember Tunisia, Egypt, Libya? Remember South Africa, Senegal (a impressive movement has stopped the president of this country to go for a third term), Swaziland, and so many other countries.

But the question also raises another issue: what is democracy? In many Western countries a strong civil society, social protest, good education, basic health care are all seen as components of a functioning democracy. The percentage spent on education or health care of Western national budgets is quite higher than the budgets of most African countries. But in the eighties these countries were told by the West to safe dramatically on these expenses and minimize the number of civil servants. There is a debate in Western countries on the problematic rise of these expenses but in comparison the cuts proposed for their own national budgets are marginal.
The kind of democracy Western countries promote seems less more than elections while the social fabric needed to built strong democracy lacks. It seems to me that ‘we’, the West, export a strange sort of democracy that we don’t practice ourselves, and is as useless for the targeted countries as it is for ‘us’.


malema’s verbanning


De schorsing van Julius Malema uit het ANC is niet zozeer een afrekening met het vermeende radicalisme van de jeugdleider maar vooral met zijn ongedisciplineerde gedrag. Een radicale jeugdbeweging zijn ze in het ANC wel gewend, Mandela c.s. ageerde in de jaren veertig van de vorige eeuw al voor verheviging van de strijd tegen de apartheid. Maar, en dat is het verschil met Malema, hij respecteerde doorgaans de interne spelregels en stond niet toe dat zijn aanhang portretten van de ANC president verbrandde. Naast felle kritiek was er respect voor de gekozen leiders.

Ook het feit dat Malema de verhoudingen met de blanken en Zuid-Afrikanen van Indiase afkomst in het land regelmatig op scherp zet, heeft veel kwaad bloed gezet. De stroming in het ANC die gelooft in de beginselen van de beweging – ‘Zuid-Afrika behoort aan allen die er wonen, zwart en blank’ – is nog zeer sterk. De strijd was niet gericht tegen blanken, maar tegen een misdadig systeem (dat door blanken in het leven was geroepen en lang werd gesteund). Dat beginsel vormt voor veel ANC-ers het fundament onder fatsoenlijke omgangsvormen tussen Zuid-Afrikanen van verschillende afkomst.

Maar meer nog dan een gedragskwestie is Malema’s ‘verbanning’ een nederlaag voor hen die zich schaamteloos verrijken met de provisie, zeg maar steekpenningen, die hun geritsel met overheidsopdrachten oplevert. Malema is er in de afgelopen jaren schatrijk mee geworden. Zijn ‘radicalisme’ was een rookgordijn dat daarvan de aandacht moest afleiden.
De massa’s Zuid-Afrikaanse jongeren, velen werkloos en bitter over de groeiende afstand tussen rijk en arm in hun land, verdienen een échte leider.