terug in johannesburg

Eerste verhaal in de krant: het verjaardagsfeestje van Kenny Kunene. Kosten: 1,2 miljoen Rand. Attractie: sushi geserveerd op de bovenlichamen van halfblote meisje. Er wordt volop schande van gesproken. Kunene is eigenaar van een nachtclub, pleisterplaats van de nieuwe zwarte elite. Duurste whiskey kost 450.000 Rand per fles. Gaan er in het weekend een paar van over de toonbank. Pervers.

Maar in de kranten ook de verhalen van Kameeldrift en de Universiteit van de Vrijstaat, respectievelijk aanvoerder van gevaarlijkste dorpen in Zuid-Afrika (12 moorden per maand) en basis van voortlevend racisme, blanke studenten lieten er zwarte schoonmaaksters hun urine drinken en filmden dat.
Nu: oorden van raciale verzoening. In Kameeldrift is de misdaad nagenoeg verdwenen nadat er twee jaar geleden bij de blanken een knop omging. Wie de ander als gelijke behandelt zal ervoor beloond worden. En dat gebeurde – bijna te mooi om waar te zijn.
Op de campus zijn de studentenhuizen – tot voor kort nog raciaal gescheiden – getransformeerd tot multiculturele woonoorden. Zwarte studenten kiezen blanke vertegenwoordigers in de studentenraad, en omgekeerd.
E., tenslotte, vertelt over de school van haar dochters waar de mevrouwen Monk en Marais in culturele evenementen kindertjes van alle kleuren bij elkaar brengen. Er groeit, zegt de altijd sceptische E., een generatie op die het anders zal doen. Anders dan P.W. Botha en Kenny Kunene. Resultaat van een softe multiculti aanpak en veel theedrinken.