Wisselende gedachten

I
Als de Amerikaanse burgerrechtenbeweging ter sprake komt, vallen onmiskenbaar namen: Ralph Abernathy, Rosa Parks, M.L. King, Eldrigde Cleaver, Malcolm X, Jesse Jackson, Harry Belafonte, Angela Davis. De ‘beweging’ is in dit voorbeeld een optelsom van individuen.
Als de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsstrijd nader wordt gedefinieerd, volgt onmiskenbaar de naam van Mandela maar uiteindelijk wordt die strijd toch meer gezien als een aaneenschakeling van ontwikkelingen, waarachter het ‘regime’ of de ‘bevrijders’ de drijvende kracht waren. De beweging, in Zuid-Afrika met name het ANC, was eerder een collectief.
Deze gedachte overviel me na lezing van een beschouwing van een zwarte Amerikaan in een van de kranten in Johannesburg. Hoe lovend en verwachtingsvol hij over Obama ook was, toch leek hem de massale keuze voor deze verlosser ook een uiting van onvermogen om een georganiseerde beweging tot stand te brengen. Het gevolg zou zijn: een aanhoudend inferioriteitscomplex van African Americans dat zich vertaalt in een projectie van alle hoop op 1 man.

II
De druk op Balkenende om een onderzoek naar de Irak oorlog in te stellen, wordt steeds groter.
Dat geldt ook voor de roep om een onderzoek naar de zgn. ‘arms deal’ waartoe de Zuid-Afrikaanse regering onder leiding van Mbeki meer dan tien jaar geleden besloot. Door de bemoeienissen van ANC-leiders – Zuma, maar zeker ook Mbeki zelf, oud-legerleider Joe Modise, en anderen – met de wapenindustrie is de rot het ANC ingeslopen. Je zou denken dat een nieuwe oppositie-partij de roep om een nieuw onderzoek tot het speerpunt van haar campagne zou maken. Maar dat gebeurt niet en dat wekt de indruk van evenzovele kilo’s boter op het hoofd van hun leiders.

III
Tijdens het rangschikken van aantekeningen voor een boek over homoseksualiteit in Afrika kom ik de volgende zin tegen. ‘Hi, I am Madeleine and I am a lesbian.’ Het was de introductie van mijn co-auteur naar een geinterviewde, een erkend voorvechter van gelijke rechten voor homo’s. Hij fronsde de wenkbrauwen maar zei niets. Wel verwonderde hij zich later in het gesprek over zoveel openhartigheid, of was het de directheid waarmee deze ‘bekentenis’ ter sprake werd gebracht?
De dochter van de Botswaanse rechter Unity Dow, die we ook voor het boek interviewden, verbaasde zich er na het zien van een lesbische Amerikaanse serie over dat het gevoel van identiteit in ons westerse begrip uitsluitend lijkt te worden ontleend aan de sexuele orientatie. Wie lesbisch is kookt lesbisch, volleybalt lesbisch en bloemschikt lesbisch.
‘Maar ik ben ook jurist, zwart, jong en Botswaan,’ legde ze uit.

Veel gedachten voor een dinsdagmiddag, maar nu eerst snotteren bij de inauguratie.