afrikaanse stembussen

Vorig jaar verscheen van Alphonse Muambi het boek ‘Democratie kun je niet eten’. Muambi was waarnemer geweest bij de eerste verkiezingen na het aan de macht komen van Mobutu in zijn geboorteland Congo. Over die verkiezingen gaat het boek.

Ik vond het een vreemde titel. Na de eerste democratische verkiezingen in 1994 in Zuid-Afrika besloot Mandela’s regering om voortaan 2,5 miljoen kinderen uit arme gezinnen dagelijks een gezond lunchpakket uit te reiken.
Democratie kun je dus wel eten.

Onlangs publiceerde africaserver.nl een interview met Muambi. Inmiddels vindt Mumabi dat Afrikanen niet ‘de gewoontes van mensen in Europa moeten overnemen’. Verkiezingen zijn zo’n gewoonte. Muambi: ‘Afrika is al democratisch. Elk dorp heeft een dorpschef, als hij overlijdt wordt volgens bepaalde regels gekeken wie zijn opvolger wordt’.
De mensen zijn er ook nog niet aan toe, volgens Muambi. ‘Heel veel dorpelingen weten niet eens wat een president is en wat hij doet. (…) De stembussen van Afrika zijn een schending van de mensenrechten’.
Muambi vindt dat het kapitalisme een goed voorbeeld is, dat ‘organiseert zichzelf’. En dat zou democratie ook moeten doen. Och arme. Laat ik volstaan met1 woord: kredietcrisis.

Bijna de helft van de Afrikanen woont allang niet meer in dorpen. In Zuid-Afrika heeft president Zuma de strijd aangebonden met traditionele koningshuizen die door het apartheidsregime werden gesticht. Steeds meer Afrikanen hebben hun buik vol van ‘stamoudsten’, altijd mannen, die de dienst voor hen uitmaken.