Terug!

Maandag weer terug naar het beloofde land.
Dag huis in Mozambique gezever.
Dag Mariette Hamer (sterkte!).
Dag AOW op 67, nee op 65, nee op 67, nee op 65, nee!,
Hero, proost. Neem er een van me.
Dag regen.
Dag wind.
Dag land van vijftien miljoen mensen…


dambisa moyo 2

Licht duizelig na alle one liners en open deuren dwaalde ik na afloop van de Globaliseringslezing van Dambisa Moyo door de zaal van Felix Meritis.
Wat ik ervan vond, was enkele keren de vraag. Ik wist het niet.
Natuurlijk was veel hulp weggegooid geld en terecht gekomen in de zakken van Afrikaanse potentaten. Ja, de hulp heeft een cultuur van afhankelijkheid gecreeerd. Zeker, de armoede in Afrika vandaag is groter dan kort na de onafhankelijkheid vijftig jaar geleden. En ja, het aantal armen is in Afrika lager dan in India en China, zoals Moyo – een Zambiaanse econome – nog eens fijntjes opmerkte.
Zelden heb ik een Kamerlid zo vaak instemmend zien knikken. Jan Arend Boekestein was het in alles met Moyo eens.

Of ze zich een Ayaan Hirsi Ali voelde? Gespreksleider Marcia Luyten stelde de vraag toen we al lang en breed aan het bier wilden. De zaal was tot de nok toe gevuld en volgehangen met spotlights vanwege de televisie-opnamen. Wat een vrouwenvraag, mopperde een collega-journalist. En wat was Luyten in het gesprek dat zij moest leiden vaak zelf aan het woord.

Maar hoe moet het dan met de ontwikkeling van Afrika. Zo concreet als Moyo was in haar weerzin van hulp, zo vaag klonken de oplossingen. Ze was enthousiast over de Chinezen, die de hulp niet bedelven onder een moralistisch (en ook geen maoistisch) tapijt. Handel. Markt. Investeringen. En het westen moet ophouden met de promotie van democratie als voorwaarde tot groei.
Maar doet het westen dat? Mijn indruk is eerder dat donoren erop staan dat er verkiezingen worden gehouden (inclusief het hele circus van westerse waarnemers) en dat er iets bestaat dat lijkt op een meerpartijendemocratie. Maar sterke maatschappelijke organisaties (en minder ngo’s), vrije media en creatieven die vragen stellen horen evenzeer bij een democratie. Waarom zijn dat geen peilers in de hulp?

Er moet een sterke overheid komen, een overheid die diensten verleent, zei Moyo. Ze sloeg de spijker op zijn kop. Maar hoe verhouden die sterke overheden zich vervolgens tot de markt? Mag de overheid reguleren? Het lijkt me een les die we van de huidige internationale recessie kunnen leren, maar mag die ook in Afrika worden toegepast?
In de jaren tachtig werd in Afrika de overheidsbureaucratie uitgehold en de gezondheidszorg en het onderwijs afgebroken. Dat heette ‘sociale aanpassing’ en het gebeurde in opdracht van het IMF en de Wereldbank. De gevolgen zijn desastreus geweest. De Camerounese wetenschapper Basile Ndjio vertelde me vorig jaar hoe de overheidsbureaucratie in zijn land, die gevormd werd door mannen en vrouwen die er belang aan hechtten dat hun kinderen naar de universiteit gingen, werd vervangen door een elite, die in zo kort mogelijke tijd schatrijk wil worden. Een elite die aanschurkt tegen de criminele sector in het land. Met dank aan het ‘sociale aanpassingsprogramma.’

Het is een historische context die Moyo over het hoofd ziet, zoals ook politieke factoren nagenoeg onbesproken blijven. Of nee, ergens wilde Moyo nog wel benadrukken dat het natuurlijk van belang is om de handelsbarrieres op te heffen, de landbouwsubsidies aan westerse boeren stop te zetten en de schulden kwijt te schelden. ‘Maar dat doen jullie nooit want dat is niet in jullie belang’, hoorde ik Moyo zeggen.
Het was het enige moment waarop Arend Jan Boekestein bewegingsloos in het niets staarde.


ANC campagne gesponsord door wapenindustrie

De Volkskrant meldde afgelopen vrijdag dat Scotland Yard onderzoek gaat doen naar de betrokkenheid van het Britse wapenbedrijf British Aerospace bij fraude en omkoping. BAE was een van de leveranciers van het in de jaren negentig door Zuid-Afrika aangeschafte wapentuig ter waarde van ruim vijf miljard euro. Er gaan al langer geruchten dat Joe Modise, oud-legerleider van het ANC en minister van defensie, vele miljoenen Randen aan deze aankoop verdiende. De geruchten dat de verkiezingskas van het ANC mede uit deze aankoop werd gestiekt, zijn ook niet nieuw.
In de zomer van 2005 publiceerde ZAM, dat toen nogZuidelijk Afrika heette, een artikel van de hand van Evelien Groenink waarin zij melding maakt van nieuwe ontdekkingen in haar onderzoek. Voornoemde geruchten werden door haar tevens in verband gebracht met de moord op ANC leider Chris Hani in april 1993. Hij zou achter Modise’s betrekkingen met BAE zijn gekomen en van plan daartegen actie te ondernemen. Groenink ontdekte directe lijnen tussen de vermeende moordenaar van Hani, de Pool Janus Waluz, en de Britse wapenhandel. Later stelde ze nog vast dat ook Wanus’ broer dergelijke contacten onderhield. Groenink kwam tot de conclusie dat de extreem-rechtse samenzwering, die achter Hani’s moord vermoed werd, vermoedelijk niet de volledige verklaring voor zijn dood was.

Inmiddels beschikt Andrew Feinstein, die opstapte als parlementslid voor het ANC, over sterke aanwijzingen dat het ANC de verkiezingskas vulde met douceurtjes uit de wapendeal.
Is dat aannemelijk? Zeker. Is dat te rechtvaardigen? Nee en ja. In de eerste plaats nee, want onrechtmatig verworven en dan ook nog van een partij – de wapenindustrie – waar je als ANC geen betrekkingen mee moet willen onderhouden.
Ja, en nu verplaats ik mij in de psyche van Mbeki c.s., ‘we zijn de bevrijders, we hebben jarenlang voor een hongerloontje ons leven gewaagd en onze aanhang bestaat voornamelijk uit arme Zuid-Afrikanen van wier lidmaatschapsgeld je geen verkiezingscampagne kunt financieren. Ja, want het komt ons toe! Ja, nu wij! Ja, we hebben immers wapentuig nodig, ook omdat we een rol spelen bij verschillende VN-missies in Afrika.’
Hoe zei de journalist Mark Gevisser het ook alweer: ‘De wapendeal is het vergiftigde grondwater van de Zuid-Afrikaanse politiek.’

Maar mooi, dat nieuwe onderzoek.


dambisa moyo


Volgende week dinsdag spreekt de Zambiaanse econome Dambisa Moyo de Globaliseringslezing uit. Moyo baart veel opzien met haar standpunt dat de hulp aan Afrika in vijf jaar moet worden afgebouwd. Haar boek Dead Aid is onlangs ook in Nederlandse vertaling uitgekomen.

Ik probeer mijn gedachten te ordenen.

Een van de bij-effecten van de hulp is het ontstaan van een cultuur van afhankelijkheid, hand ophouden en initiatief ontmoedigen. Het is hoognodig dat alle betrokkenen bij de hulp – de internationale organisaties op het gebied van noodhulp, de donoren, regeringen en de doe-het-zelf industrie van mensen die schooltjes bouwen en voetbalvelden aanleggen – dat erkennen en nagaan hoe dat effect kan worden vermeden en tegengegaan.

Moyo richt haar speren overigens vooral op directe steun van regeringen aan regeringen. Die steun verdwijnt volgens haar in de zakken van de machthebbers en wakkert de corruptie aan. Veel voorbeelden geven Moyo gelijk. Toch lijkt me de ontwikkeling van goed (transparant, slagvaardig, resultaatgericht) bestuur, en daarmee van een verantwoordelijke overheid, van het grootste belang. Vaak wordt ‘goed bestuur’ als voorwaarde voor hulp opgevoerd, maar moet de ontwikkeling van ‘goed bestuur’ niet de inzet van assistentie worden?

Vaak hoor je: noodhulp moet natuurlijk altijd. Ik heb me die zin zelf ook wel horen uitspreken. Maar na lezing van Linda Polman’s boek De Krisiskaravaan is tot me doorgedrongen dat er ook in de noodhulp veel misgaat en dat in een aantal gevallen deze hulp tot aanwakkering/verlenging van conflicten heeft geleid.

Moyo zegt niet zoveel kritiek te hebben op het particulier initiatief. Dat ben ik met haar oneens. Bovengenoemde effecten zijn immers ook het resultaat van het werk van donoren en doe-het-zelvers.
Het valt me op dat de steun in de afgelopen jaren meer en meer gedepolitiseerd is geraakt. Ik hoor doe het zelvers benadrukken dat je veel beter een hengel kunt geven dan vis. Maar de oceanen worden leeggeroofd door westerse vissers. Waarom een hengel als er weinig te vangen is?
Waar is het debat over de schuldenlast, de landbouwsubsidies, de greep van het IMF op economisch beleid van landen, handelsbarrieres en de blokkades op de ontwikkeling van maak-industrieen?
Ik ben voorstander van een progressieve agenda in het debat over de ontwikkelingshulp. Op basis van zo’n agenda kan met minder budget meer steun worden geboden aan initiatieven, zowel hier als in de ontwikkelingslanden, die zich richten op maatschappelijke actie voor meer gelijkwaardigheid. SP voorstellen om alle gelden direct naar Afrika te kanaliseren, vind ik kortzichtig en reactionair. Om ‘daar’ voorwaarden tot groei te creeren, moet er ‘hier’ iets veranderen. Bewegingen die daaraan werken, verdienen dus steun.
De hulp moet politiek worden.

Moyo draagt belangwekkende dynamiet aan en zet het debat op scherp. Ze is niet de enige in Afrika. Steeds vaker pleiten Afrikaanse beleidsmakers en intellectuelen voor de herovering van het eigen initiatief. Daarbij, zo valt me op, maken ze zelden IMF en Wereldbank tot het doelwit van hun acties, zoals de zogenaamde ‘sociale bewegingen’ dat, doorgaans uit naam van de ontwikkelingslanden, doen. Afrikanen zijn zeker kritisch over deze internationale organen maar pleiten eerder voor hervorming dan vernietiging ervan.


Zanele Muholi’s wedding


Waarom waren zwarte lesbische vrouwen in Amsterdam nauwelijks bereid om voor Zanele Muholi’s camera te verschijnen? Afgelopen zaterdag organiseerde de Zuid-Afrikaanse fotografe, maakster van de cover van de net verschenen ZAM, een kleine expositie in de Thami Mnyele artist residence in de Amsterdamse Kinkerbuurt.
Als ik net binnen ben, verontschuldigt ze zich voor het ‘hedonistische’ karakter van haar nieuwe werk. Er hangen drie series aan de wand: Zanele als deelneemster aan een Miss Lesbian verkiezingen, Zanele achter het raam op de Wallen en Zanele in een huwelijksceremonie met die ene zwarte Amsterdamse lesbo die wel op de foto durfde.
Met het werk – een co-productie met Sean Fitzpatrick – toont Muholi haar verbijstering over de angst voor de camera die ze hier aantrof. ‘Toen niemand wilde, heb ik mezelf maar tot hoofdpersoon gemaakt.’
Heeft ze een verklaring voor de weigerachtigheid? Ze schudt van nee en mompelt: ‘In Zuid-Afrika leven zwarte lesbo’s in een soort war zone, maar iedereen wil op de foto…’
De wetten in haar land garanderen het recht op een vrije sexuele orientatie, op een huwelijk en het adopteren van kinderen maar in de praktijk zijn zwarte lesbische vrouwen nog regelmatig het slachtoffer van homofobisch geweld. In de afgelopen vijf jaar werden zeker vijftien vrouwen vermoord.

Het is druk en het prachtige, provocerende werk leidde tot veel hilariteit.
Meer te zien op haar facebook pagina, http://www.facebook.com/search/?q=zanele+muholi&init=quick