WK 2010 – De buit is binnen

Niet alleen voetbalfans maken zich op voor het WK in Zuid-Afrika. Campagnes met nobele doelen schieten als paddestoelen uit de grond. Cynici maken zich zorgen: zal het WK de hoge verwachtingen wel waarmaken? (Gepubliceerd in ZAM, december 2009)

Om de hoek, vijf minuten van waar ik in Johannesburg woon, heeft onlangs een immense boor een ondergrondse tunnel gegraven. Hier doorheen rijdt binnenkort een trein die het vliegveld met de binnenstad, de noordelijke buitenwijken en, in een later stadium, Pretoria verbindt. Er zijn bij de aanleg van de Gautrain, die zijn naam aan de provincie Gauteng dankt, geen huizen verzakt en de kostprijs lijkt tijdens de aanleg enigszins binnen de perken te blijven. De trein zal een traject berijden dat ruim acht keer zo lang is als dat van de Noord-Zuid-lijn. Het feit dat Johannesburg op een rots gebouwd is helpt een handje. Dat boort beter.

Ook werkt de vuilnisophaaldienst in de wijken rond een van de stadions sinds enige tijd naar behoren en is de criminaliteit in het centrum van de stad verder afgenomen. Wie een middag door Johannesburg rijdt, kan niet anders dan onder de indruk raken van de talloze verbeteringen in de infrastructuur, de plantsoenen en de stadsverlichting. Er is zelfs een nagelnieuw bussysteem aangelegd. Dat kampt overigens nog wel met de nodige kinderziektes. De bewoners van deze stad hunkeren naar chauffeurs mèt rijbewijs die niet als dolle stieren door de stad jagen. Maar de bestuurders van de traditionele black taxi geven zich niet gemakkelijk gewonnen, en er heerst grote verwarring over de reistijden van de nieuwe bussen. Uiteindelijk zal het wel op zijn pootjes terechtkomen.

Mooi, dacht ik. Dat is binnen, met dank aan de WK.

Winst

En als het daarbij blijft, zie ik u denken? Als een trein, een extra vuilniswagen, een paar plantsoenen en wat vrije busbanen de netto opbrengst van dit miljardenverslindende sporttournooi zijn? Plus wat stadions waarvan nog niemand kan vertellen waartoe ze na de kampioenschappen dienen, enkele tienduizenden tijdelijke banen en wat toerismebevorderende panoramaviews over Kaapstad, Polokwane en Mafekeng? Is dat het allemaal waard?

Zouden ze in de gezondheidszorg, het onderwijs of bij de armoedebestrijding geen betere bestemming voor dat bedrag weten? Zoveel geld voor een krachtmeting waarvan nu al vaststaat dat die door de FIFA met hun miljardenomzet aan uitzendrechten en provisies zal worden gewonnen. En Coca Cola, die niet alleen de stadionreclame claimt maar ook de verkoop van blikjes erbuiten, komt op de tweede plaats. En Sony op de derde, als het bedrijf bij het openingsprogramma de locale musici naar de achtergrond veroordeelt zodat Beyonce, Godbetere, het Zuid-Afrikaanse volkslied zal zingen.

De droom van massa’s Zuid-Afrikanen om van dit festijn een graantje mee te pikken – een paar honderd Rand door verkoop van cold drinks, een paar duizend door verhuur van de eigen achterkamer – lijkt nu al aan gruzelementen. En dan dendert Bafana Bafana, het nationale voetbalteam, ook nog rechtstreeks op de onderste plaats in het klassement af.

Losers, dat zijn het.

Onlangs publiceerde de Volkskrant een kritisch artikel van Frank van Eekeren en Thijs Middeldorp. De wetenschapper en de programmamaker presenteren een huiveringwekkende hoeveelheid voetangels en klemmen die de WK met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot een ramp zullen maken. Ze attenderen ons op de veel te hooggespannen verwachtingen en betwijfelen, met een verwijzing naar het slecht presterende Bafana, dat de WK zal leiden tot meer nationale eenheid. ‘Het is naief te denken dat de teleurstelling en frustratie in dit explosieve land zonder gevolgen zullen blijven,’ aldus Van Eekeren en Middeldorp. Ook komen ze met het voorstel om een internationale SportWatch op te richten. Door het mobiliseren van de publieke opinie ‘die verantwoordelijken in de sport kritisch volgt, doelstellingen zonder bijbedoelingen evalueert, goede ontwikkelingen beloont en ageert tegen gevaarlijke retoriek’ kan bereikt worden dat de ‘maatschappelijke kansen van megasportevenementen, juist in landen als Zuid-Afrika, Brazilië en Rusland, ook daadwerkelijke benut worden.’

Bling Bling

Een paar jaar terug was ik bij een groot sportevenement in Montreal aanwezig, de Out Games (voorheen Gay Games), niet om mijzelf te bewijzen op het onderdeel simultaanzwemmen of korfbal, maar omdat er een mede door Hivos georganiseerde conferentie over de mensenrechten aan vooraf ging.

Misschien is men bij dit soort Games niet getuige van topsport maar het voordeel is dat er niet moeilijk gedaan wordt over meisjes die volgens de geldende conventies geen meisjes zijn.

Op de conferentie werd het woord gevoerd door de Canadese zwemmer Mark Tewksbury, die ooit zijn land vertegenwoordigde in het Internationaal Olympisch Comite. Daaruit had hij zich teruggetrokken nadat hij met een delegatie de kandidaatsteden voor de nieuwe spelen had bezocht. ‘Het ging maar om een ding,’ zei Tewksbury. ‘Aan het einde van de dag wisten de delegatieleden niet hoe snel ze naar hun hotelkamer moesten komen. Daar lagen de nieuwe cadeautjes – bling bling en enveloppen met inhoud.’ Alleen in Rio de Janeiro en Johannesburg ging het anders. In de eerste stad hadden duizenden mensen voor het hotel de Lambada gedanst als een eerbetoon aan de delegatieleden. In Johannesburg waren ze toegesproken door Nelson Mandela. Hij benadrukte de betekenis die deze spelen voor de jeugd van zijn land konden hebben: te zien dat Zuid-Afrika de gastheer van de wereld kon zijn en te ervaren dat succes binnen ieders bereik lag.’ Tewksbury had beide steden liefst meteen verkozen maar bij de overige delegatieleden overheerste de teleurstelling over het ontbreken van kadootjes.

Haarlemmer Olie

Ik moest aan het verhaal van de zwemmer denken toen ik dat stuk in de Volkskrant las. De schrijvers sluiten niet uit dat ‘een evenement kan leiden tot trots, zelfvertrouwen en diverse maatschappelijke impulsen. Maar daarbij zijn reële verwachtingen en een degelijke sociale agenda randvoorwaarden, want er staat te veel op het spel.’ Daar zou het in Zuid-Afrika aan ontbreken.
Hier waag ik het oneens te zijn zonder af te willen dingen op de talrijke observaties die Van Eekeren en Middeldorp zo sceptisch maken over de kans dat Zuid-Afrika ‘rijker en eensgezinder’ uit de WK tevoorschijn komt. Maar kan uitsluitend op grond van rijkdom en eensgezindheid de trots en het zelfvertrouwen van Zuid-Afrikanen groeien? En zijn internationale sportevenementen als de WK wel bedoeld als de Haarlemmer Olie voor alle kwalen die een land, in dit geval zelfs een continent, teisteren? Als je het enorme aantal campagnes in Nederland rond de WK nader bestudeert begin je het haast te geloven. Voetbal zou de emigratie naar het westen kunnen stoppen (en dus het talent in Afrika houden). Voetbal zou kindsoldaten kunnen resocialiseren en de cohesie in ouderloze gezinnen herstellen. Voetbal maakt van straatkinderen topscorers!

Maar wat mijn buurjongen Themba van trots vervuld is simpelweg dat de WK in zijn land plaatsvindt of, in de woorden van Mandela, dat Zuid-Afrika ‘gastheer’ is. Voor hem zijn ze een bewijs van Yes, we can!

Voor de Wereldkampioenschappen Rugby (1995) en de African Cup of Nations (1998) bestonden evenzeer torenhoge materiele verwachtingen. Uiteindelijk werden die niet ingelost, maar waaraan danken die gebeurtenissen dan hun gedenkwaardigheid, zozeer dat er zelfs boeken en films over gemaakt zijn? Zeker niet alleen aan de overwinning die de Amabokke en Bafana Bafana boekten. Het waren trots en zelfvertrouwen.

Themba is een kind van na de apartheid, maar hij heeft van zijn ouders het nodige gehoord over hoe zwarte Zuid-Afrikanen in die jaren werd voorgehouden dat ze niks konden, en inferieur waren. Themba draagt een t-shirt met Lumumba erop, die hij zijn ‘anti-koloniale held’ noemt. En laatst hield hij op school een spreekbeurt over de slavernij. Maar Themba heeft geen last van hang ups. Als hij een onvoldoende voor een proefwerk haalt, geeft hij niet zijn blanke wiskundeleraar de schuld. Ook zul je hem niet horen zeggen dat Zuid-Afrika recht heeft op de overwinning bij de WK, een soort compensatie voor de in al die eeuwen opgelopen kwetsures. Hij steunt, net als de meeste van zijn vrienden, Brazilië. Dan valt er toch nog iets te winnen. Maar eigenlijk is de buit al binnen.

Bart Luirink is hoofdredacteur van ZAM Africa Magazine.